Een apparaat toevoegen
-
Log in op de inbedrijfstellingsinterface.
-
Ga naar het tabblad "Apparaten" en klik op "Start wizard voor apparaten".

- Kies welk type apparaat je wilt toevoegen.

- Selecteer het merk van het apparaat.

- Selecteer hoe het apparaat is aangesloten. Afhankelijk van het type en merk van het apparaat zijn de volgende opties beschikbaar:
Afhankelijk van het type en merk van het apparaat zijn de volgende opties beschikbaar:
- Ethernet TCP
- RS485-poort
- RS232-poort
- P1-poort USB-kabel
- Digitale uitgang of relais
- Puls invoer
- Ethernet TCP naar RS485-converter
- Ethernet TCP naar RS232-converter
- Ethernet TCP naar P1-poort gateway
- Ethernet TCP naar relais converter
- Ethernet TCP naar MBus converter

notitie
Als de modus niet wordt weergegeven, wordt deze verbindingsmodus niet ondersteund, of - in het geval van een P1-kabel - is je kabel niet goed aangesloten op de SmartgridOne Controller. Neem contact op met je installateur of leverancier.
- Selecteer het gebruikte communicatieprotocol van je apparaat. Als het model van je apparaat niet wordt genoemd, kun je proberen verschillende communicatieprotocols te gebruiken.

- Voer de aanvullende invoer in zoals gevraagd.

- (Alleen weergegeven voor Ethernet TCP-verbindingen). Selecteer het apparaat dat je wilt toevoegen. Je kunt dit doen door: a. Toevoegen via MAC-adres (aanbevolen). b. Toevoegen via IP-adres (niet aanbevolen, tenzij je zeker weet dat de converter een vast IP-adres heeft).

- In de volgende stap kun je, indien nodig, de parameters handmatig aanpassen die worden gebruikt om naar het apparaat te zoeken. In de meeste gevallen raden we aan om bij de standaard ingestelde waarden te blijven.

- De volgende stap zoekt naar het apparaat. Klik op "Scan beëindigen & naar resultaten gaan" wanneer het apparaat is gevonden. Je hoeft niet te wachten tot de scan volledig is beëindigd om door te gaan.
Tip voor RS485-verbindingen
Als je apparaat een hoog nummer heeft als adres, kan het enige tijd duren voordat het is gevonden. Het wordt aanbevolen om lage nummers als adressen in je apparaat te kiezen als dat mogelijk is (1, 2, 3, enz.).

- Sla het apparaat op. In deze stap worden de specificaties van het apparaat uitgelezen. Daarna kun je het apparaat opslaan. Klik op "Opslaan en naar apparaatsinstellingen gaan".

- Voltooi verder de apparaatsinstellingen.
